Van de examencommissie mocht hij daarom een jaar lang niet meer deelnemen aan toetsen. De student vocht de maatregel aan, met het argument dat dit een straf is en dus dezelfde juridische bescherming vereist als bij een strafzaak. Desondanks stelde het college van beroep voor de examens voor de hogeschool dat de fraude bewezen was en de student bovendien niet in zijn verdediging was geschaad. Dus het beroep was ongegrond. Een beroep bij de Raad van State leverde echter een ander oordeel op. Sancties opgelegd door Fontys zijn niet straffend, maar herstellend.

Pedagogisch vormen

De maatregel is volgens de hoogste bestuursrechter geen straf meer, maar een middel om studenten pedagogisch te vormen. Dit betekent dat instellingen voortaan niet verplicht zijn studenten te wijzen op hun zwijgrecht, wat volgens jurist Marlies Hesseling-Hertsenberg van Fontys juist ruimte biedt voor een open gesprek. “We zijn er om deze student iets te leren en we moeten wel een sanctie kunnen opleggen als er sprake is van fraude.” Er is nooit sprake van strafrechtelijke verdachten bij studenten die frauderen. Het uiteindelijke doel is altijd om de reden voor de fraude te achterhalen en de motieven hiervoor weg te nemen. “We willen een student opleiden tot een goede professional waar het beroepenveld blij mee is”, aldus de jurist.

'Overwinning hoger onderwijs'

Jurist Jelte Kamminga bij Hogeschool Leiden noemt de uitspraak een overwinning voor het hoger onderwijs. Hij dacht dat het Fontys niet zou lukken om in het gelijk gesteld te worden, maar dat is wel gebeurd. Hiermee is een complexe jurisprudentie opgelost.

Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky